Tutoring in de brugklas
Het eerste halfjaar hebben alle brugklassen twee tutoren tot hun beschikking. Tutoren zijn leerlingen uit de bovenbouw van het vwo (klas 5). Zij kennen de school inmiddels goed en hebben geleerd hoe ze moeten plannen en studeren. Samen met de mentor maken deze tutoren de nieuwe brugklassers wegwijs in de school. Ze helpen bij het ontwikkelen van vaardigheden die je als brugklasser nodig hebt om op school succesvol te zijn.
In de periode september-februari kunnen de brugklassers terecht bij de tutoren:
- om vertrouwd te worden met de school;
- als begeleiders tijdens de introductieweek;
- voor hulp bij het invullen van de agenda;
- voor hulp bij het plannen van de daltonuren;
- voor hulp bij het plannen van de weektaken en het huiswerk;
- voor hulp bij het plannen van het leerwerk;
- voor hulp bij het werken met de verschillende digitale hulpbronnen (ItsLearning, Magister);
- voor hulp bij het ontwikkelen van studievaardigheden.
Voordelen van extra ondersteuning voor de brugklasleerling:
- Je maakt gemakkelijk contact met je tutor; soms is de stap naar een tutor minder groot dan de stap naar een docent of je mentor.
- De tutor helpt je een veilige (leer)omgeving te scheppen.
- Bij het samenwerken met anderen of het oplossen van problemen kun je hulp krijgen van de tutor.
- Met je tutor als voorbeeld leer je hoe het is om verantwoordelijk te zijn voor de hulp aan anderen.
- Met de hulp van de tutor raak je snel bekend op school en krijg je binding met de docenten en de andere leerlingen.